Margaretha (Greta) Cohen

Greta zat van 1 juni 1913 tot 1 juni 1925 op de Amsterdamse dovenschool. Daarna werd zij leerling-diamantsnijdster bij de firma Goudvis. De school werd hierin geholpen door de secretaris van de leerlingencommissie voor diamantbewerkers.
In de archieven van de school staat genoteerd dat Margaretha goede vorderingen maakte en met gemak in een horende omgeving verkeerde. Greta sprak goed. Tenslotte staat bij haar naam vermeld: “overleden”.

Haar vader was diamanthandelaar van beroep en het gezin behoorde tot de Nederlands-Israëlitische geloofsgemeenschap.

Greta was getrouwd met een horende man: Emanuel Meijer (1908-1944). Zij kregen twee dochters, Mia Meijer (1938-1943) en Carla Meijer (1940-1943). Een familielid vertelt dat haar schoonfamilie haar een schatje vond.

Het eigenlijke huisadres van Greta was Oude IJsselstraat 54-1hg in Amsterdam. Op 1 december 1942 werd het gezin echter gedwongen te verhuizen naar de Transvaalstraat in Amsterdam.

Op 3 oktober en 17 oktober 1943 schreef Greta vanuit kamp Westerbork briefkaarten aan haar zus Estella, waarin zij vertelt het transport af te wachten.